Brieven aan mijn opa, beklad met een dikke traan

Dag opa,

Wist je dat ik je na je overlijden elke dag een brief geschreven heb? ‘s Avonds vloeide een zee aan onuitgesproken woorden uit mijn pen, over gemis en kleine momenten in mijn tienerleven. Schrijfsels bleken mijn anker voor jouw afwezigheid, op papier, beklad dikke tranen.

Gisteren bij gesprekken met mijn vader realiseerde ik me dat verdriet een eigen taal kent. Een helse woordenstroom overspoelt je bij een plots overlijden. Je voert warme gesprekken aan het ziekbed van een dierbare, zoekend naar die laatste blik in elkaars ogen, zoals toe bij ons. 

Elk verlies schrijft zijn eigen verhaal. Aan het eind zijn we het verhaal dat over ons geschreven wordt. Jij zal altijd de dorpsslager blijven, met de beste bloedworsten, de opa die me leerde erwtjes te doppen en de stille man van wie ik de breuken des levens nu pas begin te vatten…

Je jongste kleinkind, Iris


Als verhalenverteller geloof ik in de onmetelijke kracht van woorden, als wereldverbeteraar geloof ik in samenwerking, in samen waarde brengen voor toekomstige generaties. Met deze blog wil ik het gesprek over rouw openen, omdat het vaak te stil blijft.

Daarom heb ik Ellen Lanckman en Katrien Debevere uitgenodigd om hun inzichten te delen over de verzachtende invloed van schrijven in rouw, speciaal als inspiratie voor jou.


Schuldgevoel, zoals de korst op een geschaafde kinderknie…

Als kind had ik weinig speelgoed omdat het me niet echt interesseerde. Ik hield niet van gezelschapspelletjes en ik had ook geen barbiepoppen, bijvoorbeeld. Ik had (en heb nog steeds) daarentegen veel boeken, schriftjes en pennen. Ik ging naar de bibliotheek nog voor ik kon lezen en ‘verslond’ als 5-jarige gemakkelijk 5 boeken per week. Ik ken dus de magie van woorden van kleins af aan en ik begreep toen al dat papier altijd luistert, zeker als je de indruk hebt dat jouw omgeving niet altijd even bereikbaar is wanneer je jouw emoties wilt uiten. Schrijven bracht me bovendien naar ongekende (lees: onbewuste) plaatsen: de uitkomst van wat ik schreef, was vaak anders dan wat ik voor ogen had.

In de opleiding rouw- en verliesdeskundige, waar het onderwerp op een systemische en energetische manier werd aangepakt, kwam o.a. de kracht van schrijven aan bod. Na een korte meditatieoefening gingen we aan de slag met een brief en hoewel ik voor de oefening van plan was er een te schrijven aan mijn grootmoeder, vloeide er een brief uit aan een veel te jong en onverwachts overleden jeugdvriendin.

Ik was verbaasd, want ik dacht nog maar af en toe aan haar, maar de brief bracht duidelijk iets naar boven wat ik haast vergeten was: de laatste keer dat ik haar had gezien, hadden we ruzie om een futiliteit.

Het schuldgevoel om die stomme ruzie en het feit dat ik geen afscheid (bij leven) van haar had kunnen nemen trokken jarenlang tegen, zoals de korst op een geschaafde kinderknie. Na 25 jaar was ik er echter van overtuigd dat alles een plaats had gekregen. Tot die brief, daar in het midden van een groep cursisten, me terugfloot en me vertelde dat het tijd werd mezelf te vergeven.

Terwijl ik nog moest bekomen van de boodschap van mijn onderbewustzijn, begon het me langzaam te dagen: afscheid kunnen nemen – ook jaren na een overlijden, door bijvoorbeeld een brief – is essentieel voor een rouwproces. Het werd voor mij een levensmissie: afscheid bespreekbaar maken, zelfs voorbij de grens van leven en dood.

Ellen Lanckman, Afscheidsdoula
Meer over Ellen:
Wee-moed


Wie schrijft, die blijft. Of is het: over wie men schrijft, die blijft?

Toen ik in 2018 wist dat ik mijn dochtertje zou verliezen en de rouw zich voor eeuwig in mijn leven nestelde, was er slechts één beweging die zich vanzelf uit het diepste van mijn systeem toonde: schrijven.

Gek eigenlijk, hoe de beweging van schrijven, zich bij zovelen laat zien, net wanneer het onuitspreekbare op de deur klopt.

Wat maakt toch dat schrijven zo vaak als een houvast, zelfs als een therapeutische waarde ervaren wordt? Gaat het dan werkelijk om de woorden? Gaat het om woord te geven aan wat niet in woorden te vatten is? Gaat het om de taal, waar de dood of afscheid en de daarbij horende rouw zich eigenlijk afspeelt in een pré-talig of meta-talig veld?

Of zou het kunnen gaan om het procesmatige Veld dat zich opent in de beweging van het schrijven an sich? Een leeg blad dat naar je terug staart, zoals het veld van de Dood jou aanstaart? Als een belofte voor een weerzien op een later moment? 

In een aanvaarding van die belofte, maar voor nu in dialoog gaat vanuit het Leven tot in de Dood. Als een soort directe lijn met die geliefde? Waar het wachten op het juiste woord de leiding geeft aan tempo en timing in je hoofd, je lichaam en Ziel. Waar de vertraging toestemming geeft tot het bereiken van een tussenruimte en er via jouw hand en jouw inspiratie een stem (of is het een systeem?) spreekt via jou in het hier-en-nu.

Schrijven zie ik dus als een systeem om de relatie te eren, in de transformatie naar een verbinding voorbij “hier” en “daar”.

Katrien Debevere, Systemisch Coach - Ik help knopen ontwar(r)en
Meer over Katrien www.katriendebevere.be


Ik wens jou een zee aan ruimte voor je eigen schrijfsels…

Liefs,

Iris

Volgende
Volgende

Van kortstondige vervanging tot duurzame samenwerking met COPRO vzw